De bas-bariton Bas Kuijlenburg (1962) studeerde sociale wetenschappen, schoolmuziek en uiteindelijk solozang aan het Utrechts Conservatorium. Na zijn examen in 1992 vervolgde hij zijn lessen onder meer bij de Nederlandse bas Pieter van den Berg. Nog steeds verder schavend aan zijn zangkunst bereikte Bas in 2013 in het ‘Artopera’ concours in de Opera van Frankfurt am Main een halvefinaleplaats.
Bij concert- en oratoriumkoren is Bas een graag gehoorde solist. Hij soleerde vele malen in Bachs cantates en passionen, zowel in de basaria’s als in de Christuspartijen. Andere veel uitgevoerde werken zijn Messiah van Händel, Elias van Mendelssohn, Ein Deutsches Requiem van Brahms’. Ook de baritonsolo’s in Carmina Burana van Carl Orff behoren tot zijn vaste repertoire. Hoogtepunten waren verder ook minder bekende werken als het aangrijpende The Wounddresser van John Adams met het UMA Kamerorkest en Moessorgski’s Liederen en dansen van de dood in een bewerking van Kees Olthuis voor het Amstel Strijkers Ensemble.
Naast concertante optredens hebben muziektheater en opera vanaf het begin van zijn loopbaan een niet weg te denken aandeel in zijn werk. Bij De Nationale Opera treedt hij al ruim 20 jaar regelmatig op in het koor en in kleinere rollen. Ook was hij Kajaphas in Joop van den Ende’s Nederlandse versie van Jesus Christ Superstar. In 2009 speelde hij ‘Abendwind’ in Lotte de Beer’s hilarische versie van Offenbach’s Hauptling Abendwind waarmee zij de Ton Lutzprijs voor beginnende theatermakers in de wacht sleepte. In 2010 toerde Bas met Barokopera Amsterdam in de voorstelling ‘Purcell Gala’ en in Het Sluwe Vosje van Leoš Janáček bij Opera Animous. Concertant zong hij onder andere de partij van Giacomo in Verdi’s weinig bekende opera Giovanna d’Arco. In 2015 vertolkte hij met ‘Opera Armida’ de rol van Il Conte di Luna in een compacte theaterversie van Il Trovatore. Voorjaar 2017 zong Bas de rol van Zaccaria in Nabucco bij Opera Festa in Leiden en begin 2018 vertolkte hij Scarpia in Tosca bij Weekend Opera Utrecht.
Andere operarollen waren o.a. Agamemnon in Iphigenie en Aulide (Gluck), Pietro in La Muette de Portci (Auber), Raimbaud in Le Comte Ory (Rossini) en Silvio in I Pagliacci (Leoncavallo).